7 mei 2025

Magrafica: democratie in beeld, geïnspireerd door Frans Masereel

Wat als we een oude meester vanonder het stof halen om hedendaagse kunstenaars te inspireren? En wat als dat gebeurt rond een thema dat urgenter is dan ooit: democratie? Magrafica, een initiatief van het Masereelfonds en partners, daagde kunstenaars uit om in de geest van Frans Masereel een visuele dialoog aan te gaan met democratie.

Leen Van Waes is directeur van Masereelfonds en bestuurslid van Socius. Ze studeerde Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Gent en University of KwaZulu-Natal, waar ze onderzoek deed in sociaal-artistieke centra in Durban en township KwaMashu, Zuid-Afrika. Sindsdien heeft ze uitgebreide ervaring opgedaan in de NGO- en cultuursector en speelde ze een actieve rol als organisator en (mede)oprichter van diverse nationale en internationale burgerinitiatieven.

“Alles is politiek”. Uitgaande vanuit die stelling en het artistieke werk van kunstenaar Frans Masereel werd een open call gelanceerd. Deelnemers werden uitgenodigd om op hun eigen manier deze woorden en beelden als afzetpunt te nemen voor het creëren van grafisch werk, vanuit alle moeilijkheden en uiteenlopende interpretaties die aan het concept democratie – of het ontbreken ervan – kunnen worden toegeschreven.

De respons was overweldigend: 130 inzendingen van meer dan 80 kunstenaars in diverse grafische artistieke technieken, waaronder lino- en houtsnede, houtgravure, ets, kopergravure, lithodruk, pronto-druk, zeefdruk etc. Een deskundige jury beoordeelde de werken op basis van artistieke kwaliteit, maatschappelijk engagement en de link met Masereels traditie van geëngageerde grafiek. In de jury zetelden Iris Kockelbergh (directeur van Museum Plantin-Moretus), curator Pierre Muylle, Ingrid Ledent (professor aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen), grafisch vormgever Broos Stoffels en Lisa Bracke (MSK Gent), die Manfred Sellink, directeur van MSK Gent, verving. Zij selecteerden een reeks werken die samen een veelstemmig beeld van de notie van democratie schetsen en als basis dienen voor een tentoonstelling die vanaf mei 2025 door Vlaanderen en Brussel reist.

Een van deze werken is Gaming Rules van kunstenares Flora Villaumié. In dit werk onderzoekt Villaumié sociale ongelijkheid, toegang tot macht en de kwaliteit van het bestaan. Door een scène te schetsen waarin kinderen, gekleed in de weelderige stijl van de Nederlandse Gouden Eeuw, hun verworven positie proberen te behouden, roept ze vragen op over de mechanismen die ongelijkheid in stand houden. De confrontatie met kapitalisme en een patriarchaal en koloniaal verleden wordt in dit werk ondermijnd door de ogenschijnlijk kleine acties van de figuren. Villaumié nodigt uit om alternatieve vormen van actie te overwegen, buiten de geijkte kaders van een democratie die steeds meer uitgehold lijkt. Kleine, collectieve acties die herhaald worden, kunnen op termijn uitgroeien tot grote omwentelingen richting een meer gelijkwaardige en sociaal bewuste samenleving.


Gaming Rules, Flora Villaumié


Curator Pierre Muylle ziet in Gaming Rules een echo van James Ensor en Jacob Jordaens, met een groteske, barokke stijl waarin gargantueske reuzenkoppen en bolle wangen van verwende figuren de hoofdrol spelen. “Hier drinkt de koning niet, zijn hof lijkt zich voor te bereiden op een partij touwtrekken,” stelt Muylle. “De dikke slappe koord hangt het hele tafereel rond en in het midden hangt hij nog maar met rafels aaneen. De rijkelijk uitgedoste hofdames en narren zijn duidelijk geen topsporters en weten met het touw en de regels waar de titel van het werk naar verwijst duidelijk geen raad.”

Waar Gaming Rules de mechanismen van macht en privilege op een speelse maar kritische manier bevraagt, richt Democracy or Infocracy? van Sarah Conyers Barber zich op een ander aspect van democratie: de manipulatie van informatie en de strijd om aandacht in een steeds meer door algoritmes gedreven samenleving. We leven niet langer in een democratie, maar in een infocratie, stelt Barber, waarin degene die onze aandacht weet te grijpen ook de politieke en economische macht vergaart. Hoe wordt onze perceptie gevormd door algoritmes en nieuwsfilters? Welke stemmen worden gehoord en welke verstommen in de ruis? Om deze vragen te verkennen, creëerde ze een reeks kleine prenten, gedrukt op smartphone-formaat, een directe verwijzing naar het scherm dat onze informatiestroom beheerst. Ze ondervraagt onze huidige digitale constellatie door dezelfde afbeelding in verschillende kleurversies te drukken, wat weergeeft hoe ruwe informatie door algoritmes wordt gefilterd en vervormd voordat ze ons bereikt. De prenten maken deel uit van een doorlopend samenwerkingsproject bij RHoK, waarbij studenten en kunstenaars uitgenodigd worden om hun eigen perspectieven toe te voegen via de Lino-telefoonsjablonen die de kunstenares aanbiedt.

 Democracy or Infocracy?, Sarah Conyer Barber

Curator Muylle ziet in dit werk een eigentijdse verwerking van Masereels beeldtaal. “In een kartonnen doos ligt een stapel afdrukken van hetzelfde kleine formaat,” vertelt Muylle. “Wanneer we ze openleggen, ontdekken we een reeks beelden: een sardienenblik vol mensen, een oog en een arm die in het water lijkt te woelen, een stad met explosies – of is het vuurwerk? – een varken dat een lam slacht. Ze zouden van Masereel zelf kunnen zijn, ware het niet dat ze in een hedendaagse context geplaatst zijn.” Wat aanvankelijk een eerbetoon lijkt aan Masereel, blijkt een kritische reflectie op de informatiestromen van vandaag te zijn. “Op heel verfijnde wijze wordt Masereels beeldtaal gebruikt om actuele taferelen te tonen. Niet één, niet twee, maar vele malen in verschillende kleurencombinaties en helderheid zien we plots explosies boven Oekraïense steden, taferelen die zich enkel in 2025 kunnen afspelen. Toch geven ze niet alles prijs. De beelden laten ruimte aan de kijker om zijn eigen wereld erin te projecteren – net zoals onze smartphones kleine spiegels van onze wereld zijn.”

Een ander werk dat de jury bekoorde, is Democratie For All van Wim Vaes, waarin macht en sociale ongelijkheid worden verbeeld. Expressieve gezichten, uitgestrekte handen en tekstfragmenten zoals “POWER” refereren naar politieke spanningen, protest en ongelijkheid. De figuren, soms schreeuwend of met gebalde vuisten, roepen protest, debat en politieke strijd op. Ze symboliseren de voortdurende strijd om gehoord te worden, een fundamenteel recht binnen een functionerende democratie. Daarnaast duiken economische symbolen op zoals geld en figuren die geld vasthouden, of lichtreclames die de invloed van kapitaal in de politiek onderstrepen. De herhaling binnen het beeld creëert een gevoel van eindeloosheid, verwijzend naar cycli van verkiezingen, protest en debat. De gelaagde chaos weerspiegelt de complexe dynamiek van democratische processen: een voortdurende wisselwerking tussen orde en verzet, vrijheid en controle.

Democratie For All, Wim Vaes

Pierre Muylle bewondert de ambachtelijke techniek die eraan ten grondslag ligt: “Twee vellen behangpapier liggen voor ons op tafel. Geen centimeter blijft onbedrukt en toch zie je het repetitieve ritme van het houtblok dat als stempel over het hele blad werd gezet.” Muylle observeert verder: “Over de hele oppervlakte is er niet één die lichter of donkerder werd afgedrukt dan de rest, maar toch net voldoende om het handwerk er meteen uit te laten stralen. Op het ene vel een heterogene smeltkroes van mensen die feest vieren, de kunst beleven door foto’s te maken, te dansen, boeken te lezen, pamfletten rondstrooien en af en toe ook de oproerpolitie trotseren. Op het andere een meer uniforme massa mannen met kepies. Ze kijken allemaal dezelfde richting uit, elk met een ander uniform, onder een andere vlag met andere decoraties, maar allemaal met dezelfde desillusie op het gelaat, somber naar beneden kijkend.”

Een andere kunstenaar die beeld en taal inzet om machtsmechanismen te ontleden, is Adèle Pion. “Alles is politiek,” zegt ze. “Zelfs de stemloze woorden van gemarginaliseerde groepen.” Haar werk Shut up herinnert ons eraan om te luisteren naar anderen, ondanks de verschillen. Het bestaat uit twee contrasterende drukken: een indringend vrouwenportret en een repetitieve grafische compositie met “shut up”.  Samen vormen ze een beeld dat de kijker confronteert met de vraag: wie krijgt een stem in onze samenleving, en wie wordt het zwijgen opgelegd? Muylle ziet in Shut up een technisch verfijnd en emotioneel geladen werk dat vragen oproept over macht en censuur: “Dit werk bestaat uit twee drukken die vormelijk moeilijk verder uit elkaar kunnen liggen. Op het ene zien we een afbeelding van een vrouw, op het andere een oneindige herhaling van de woorden ‘shut up’. Samen vormen ze het gelijknamige werk.”

Shut up, Adèle Pion

Hij wijst op de indrukwekkende technische beheersing van het portret. De afbeelding van de vrouw valt op door de diepe zwarten waaruit het verfijnde gelaat opdoemt. Met scherpe contrasten maar toch net voldoende finesse doet ze ons aan Edvard Munch denken. Maar waar het werk De Schreeuw de mond wijd open sperde, is de mond hier weggevaagd. Ze is monddood gemaakt. Op het andere vel wordt die boodschap herhaald. Mooi afgelijnd onder elkaar, in een monolithisch blok. Er kan geen speld tussen, shut up! Maar de dwang heeft niet veel nodig om te ontsporen: het autoritaire bevel duldt geen twijfel in de stem. Ongeveer in twee derde van het blok verspringt het woord maar heel even, en alles ontspoort. Is er dan toch een beetje ruimte om het bevel in vraag te stellen? Hoop op een vrije mening?”

Een andere kunstenaar die reflecteert over onderdrukking is Peter Bosteels. In Burial of the giants on which shoulders we stand onderzoekt hij hoe inzichten uit het verleden hun kracht verliezen in de wereld van vandaag. Wat ooit een fundament vormde, wordt hier ten grave gedragen. “De prent toont de opbaring van deze giganten,” zegt Bosteels. “Het symboliseert de teloorgang van hun idealen en het wankelen van democratische waarden.” Volgens hem dwingt de huidige crisis ons te focussen op de korte termijn, waardoor we bredere perspectieven verliezen. Naast de inhoud is ook de techniek cruciaal. Bosteels, meester in de houtgravure, verwijst naar de historische rol van graveurs in de sociale strijd. Ondanks hun vakmanschap waren zij onderbetaald en politiek machteloos. Hun lot weerspiegelt bredere structuren van onderdrukking. Zijn fascinatie voor de techniek ontstond reeds vroeg: “Ik heb altijd in bewondering gestaan voor de waaier van grijswaarden die de graveurs uit de houtblokken konden halen. Zelfs tijdens mijn eerste stappen in de wereld van de grafiek was ik erdoor aangetrokken. Nu, na meer dan veertig jaar, kan ik me nog steeds verliezen in het proces van graveren op kopshout. Het is een heerlijke vloek die me na (bijna) elke dans een kind schenkt. Al mijn gravures zijn ontstaan vanuit een urgentie, een visuele brief die veel begripslagen boven en naast elkaar bevat. Er is niet enkel zwart en wit, maar vooral nuances van grijs.”

Burial of the giants on which shoulders we stand, Peter Bosteels

Muylle ziet in Burial of the giants een beeld dat diep raakt: “Zelden hebben we zoveel virtuositeit op zo’n klein velletje papier gezien. In een wit doek ligt de arm van een man. Het doek wordt gedragen door vele handen. De titel werd onder het beeld met potlood opgeschreven en dus weten we meteen dat het om een graflegging gaat. De reus op wiens schouders we staan wordt ten grave gedragen. Maar we zien geen reus, we zien alleen zijn arm, het witte doek en de handen. Het tafereel is niet dramatisch. Jammer genoeg verbindt het in onze persoonlijke beeldbank de beelden van slachtoffers die vanonder het puin gehaald worden met dat van een Piëta van Michelangelo of de graflegging van Caravaggio. Net als bij sommige kleinere werken van Berlinde De Bruyckere zit de kracht van dit werk in het evenwicht tussen technisch meesterschap en menselijke inleving. De virtuoze techniek dringt zich niet op, maar is dienstbaar aan het beladen beeld. Een beeld dat ons diep raakt omdat het des mensens is, van de mens, van ons.”