22 nov 2021 19:30

Hypnose in het 19de-eeuwse België.

De publieke reputatie van hypnose is ambigu. Enerzijds is er een toegenomen wetenschappelijke en klinische interesse, bijvoorbeeld om hypnose in te zetten als een vorm van anesthesie bij operaties. Anderzijds blijven shows van publiekshypnotiseurs populair en zitten zij de wetenschappelijke reputatie van hypnose in de weg. Enkele jaren geleden nog werd in Henegouwen een geplande voorstelling van de Canadese hypnotiseur Messmer verboden door de procureur des Konings, met verwijzing naar een wet uit 1892.

Die wet – een unicum in Europa – verbiedt niet alleen publieke opvoeringen van hypnose, ze geeft artsen ook het monopolie op het uitoefenen van hypnose bij minderjarigen en ‘geesteszieken’. Vorig jaar nog riep de Belgische Hoge Gezondheidsraad op tot een aanpassing van de wet, maar vooralsnog is zij ongewijzigd.

Waar kwam deze wet vandaan en waarop trachtte zij een antwoord te bieden?
Het van oorsprong 18de-eeuwse dierlijk magnetisme of mesmerisme, dat zich vanaf de tweede helft van de 19de eeuw steeds vaker in een nieuwe vorm als ‘hypnose’ presenteerde, was een praktijk die zich in het tussengebied tussen wetenschappelijk experiment en publiek spektakel bevond, een praktijk ook die navigeerde tussen irreguliere geneeswijzen en erkende medische therapieën. Zij lag ook aan de oorsprong van de eerste vormen van psychotherapie.

Tijdens deze lezing ga ik in op de complexe geschiedenis van het therapeutisch gebruik van magnetisme en hypnose in het België van de 19de eeuw. Grensconflicten tussen orthodoxe geneeskunde en ‘charlatanisme’ en tussen het religieuze en het medische domein zullen daarbij aan bod komen.

Maar ook binnen de medische wereld bestond er geen consensus over de aard en de therapeutische mogelijkheden van hypnose. Vragen over de rol van de verbeelding, de wil en het onbewuste stonden centraal in de zoektocht naar een verklaring voor de soms wonderbaarlijk ogende resultaten van een therapeutische behandeling onder hypnose.

Kaat Wils.
Prof. dr. Kaat Wils is gewoon hoogleraar moderne Europese cultuurgeschiedenis aan de KU Leuven. Binnen de Onderzoeksgroep Cultuurgeschiedenis vanaf 1750 doet zij onderzoek op het terrein van de geschiedenis van de humane en de biomedische wetenschappen, de geschiedenis van onderwijs en de geschiedenis van gender en lichamelijkheid. Zij werkt momenteel aan een monografie over de geschiedenis van het therapeutisch gebruik van hypnose in België.