27 jul 2022

Johan Depoortere – Ten oorlog

Zijn we slaapwandelend op weg naar de Derde Wereldoorlog? Het heeft er alle schijn van. De oorlogspropaganda draait op volle toeren en de media bereiden hun publiek massapsychologisch voor op de onvermijdelijke uitbreiding van het conflict in Oekraïne, in werkelijkheid een proxy war in de strijd om hegemonie tussen twee (gewezen) grootmachten. De Standaard: Kan de Navo na Boetsja voorzichtig blijven? Noordelijke uitbreiding van de Navo is vanzelfsprekend. In De Zevende Dag mochten de plattelandsburgemeesters en superhaviken De Crem en Francken vrijwel ongeremd hun oorlogsretoriek op het publiek loslaten. Intussen gaat het al lang niet meer om een conflict tussen twee buurlanden, maar om een oorlog tussen twee (gewezen) grootmachten in een strijd om geopolitieke dominantie. Oekraïne levert het kanonnenvlees, Europa betaalt de rekening. De Standaard, een blad dat niet van ziekelijk anti-amerikanisme kan worden verdacht, schrijft: “De Amerikanen hebben bloed geroken”, ze willen “Rusland voor lange tijd uitschakelen als speler op het wereldtoneel”.

Johan Depoortere was tussen 1971 en 2008 een BRT/VRTjournalist. Hij maakte reportages in binnenen buitenland met vooral belangstelling voor het Midden- Oosten en Noord- en Zuid Amerika. Hij was correspondent in Moskou tijdens de woelige Jeltsin-jaren (95-2000) en was vervolgens buitenlandverslaggever in Washington tijdens de Bush-jaren.

In Duitsland gaat kanselier Scholz na extreme politieke druk overstag en levert zware wapens aan Oekraïne. President Zelenski – in de Westerse media welhaast heilig verklaard – bestookt parlementen en regeringsleiders met de vraag om meer en zwaardere wapens. Roekeloos daagt Zelenski zijn bondgenoten uit om het lot te tarten en Rusland uit te dagen tot een kernoorlog. We beleven uiterst gevaarlijke tijden.

Het zijn tegelijk gouden tijden voor de wapenfabrikanten en de handelaren van de dood. De Duitse wapenconstructeur Rheinmetall staat te springen om pantserwagens van het type “Marder” te leveren, schrijft De Standaard. De firma Krauss-Maffei heeft vijftig Leopard-tanks, die vliegtuigen kunnen neerhalen, in de aanbieding – direct te leveren. De miljardenstroom dollars aan hulp en wapens voor Oekraïne uit de Verenigde Staten “gaat zo razend snel en is zo willekeurig dat het niet is bij te houden,” schrijft de dissidente Amerikaanse journalist Glenn Greenwald. 350 miljoen dollar militaire steun in februari (Reuters), 800 miljoen in maart (The New York Times) en nog eens 500 miljoen in dezelfde maand (NBC), 750 miljoen in april (Reuters). Duizelingwekkende cijfers die nauwelijks enige beroering wekken, laat staan kritiek.

Wie van deze bonanza beter wordt, is duidelijk. Het Pentagon nodigde de top van de Amerikaanse wapenfabrikanten uit om “te overleggen over de capaciteit van de industrie om tegemoet te komen aan de Oekraïense behoefte aan wapens als de oorlog jaren zou duren.” Onder de vertegenwoordigers van de wapenindustrie: Raytheon, het bedrijf waar de huidige Amerikaanse minister van Defensie, generaal op rust Lloyd Austin, tot voor kort in de raad van bestuur zetelde. De regering waar Austin deel van uitmaakt, doet er intussen alles toe om er inderdaad voor te zorgen dat de oorlog “nog jaren duurt.” Noam Chomsky – het intellectuele geweten van links in de Westerse wereld – noemt de Amerikaanse regering de hoofdverantwoordelijke voor het uitblijven van betekenisvolle onderhandelingen met Rusland om een einde te maken aan de oorlog.

Er is geen einde in zicht aan de nieuwe bewapeningswedloop, waar ook zogenaamd progressieve partijen zonder morren of zonder zelfs maar een zuchtje kritiek in meestappen, socialisten en groenen voorop. De Duitse groenen hebben hun pacifistische veren lang geleden al afgeschud toen hun minister van Buitenlandse Zaken Joshka Fischer zijn partij voor de keuze stelde: Wollt ihr mich oder eure Träume? Het antwoord sprak voor zichzelf: Fischer was de minister die voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog Duitse troepen stuurde naar een buitenlands conflict: de burgeroorlog in Joegoslavië. De Duitse Luftwaffe was na 58 jaar weer terug in de Balkan met bombardementen op de vitale infrastructuur van Belgrado. Voor de Russen – van Jeltsin tot Poetin – het definitieve bewijs van het agressieve karakter van de Navo. Ook nu roepen de Duitse groenen met hun Buitenland-minister Annalena Baerbock het hardst om meer wapens voor Oekraïne en dus om meer oorlog. 

Ook de Belgische socialisten (“Vooruit”) en groenen stemden zonder reserve mee voor de verhoging van het militaire budget. Vorig jaar – zo schrijft Ludo De Brabander, woordvoerder van Vrede – gaven de Navo-landen al 154 miljard dollar meer uit aan militaire budgetten dan zes jaar eerder, “goed voor 1050 miljard dollar. Dat is 52 procent van het wereldtotaal en zeventien keer meer dan wat Rusland besteedt” (De Standaard 12 april). In eigen land passeert de beslissing om 10 miljard euro aan oorlogstuig te besteden nagenoeg zonder discussie. Die miljarden komen bovenop de 9 miljard bestellingen die de vorige regering al plaatste bij de bewapeningsindustrie. Vergeten zijn de inspanningen om de klimaatcrisis te bestrijden, vergeten de energiecrisis, vergeten de toenemende ongelijkheid, er zijn andere prioriteiten. Voor premier De Croo moet je tonen dat je oorlog kunt voeren als je vrede wil, aldus volgens het het aloude leugenachtige devies si vis pacem para bellum dat door de geschiedenis klip en klaar is tegengesproken. Wapenwedlopen leiden nooit tot vrede, maar tot meer oorlog. Niemand in zijn regering van christendemocraten, liberalen, groenen en socialisten spreekt De Croo tegen.

Intussen draait de propagandamolen in overdrive. De televisiejournaals tonen gruwelijke beelden van de oorlog. De oorlogsverslagen munten uit in emotie, zelden in analyse. Beelden van Russische herkomst worden met omzichtigheid behandeld en krijgen terecht de waarschuwing mee dat “de authenticiteit ervan niet kon worden geverifieerd.” Dezelfde waarschuwing ontbreekt meestal bij beelden van Oekraïense origine of van Westerse persagentschappen. Over de ware toedracht van de gruwel in Boetsja worden geen vragen gesteld, laat staan beantwoord. Hetzelfde geldt voor de raketaanval met een Tochka-U-raket op het station van Kramatorsk waar vijftig doden vielen. Russische wandaden worden in de verf gezet, bij Oekraïense oorlogsmisdaden wordt de andere kant opgekeken: regelrechte censuur of Manufacturing Consent zoals Noam Chomsky het lang geleden al noemde in verband met de Amerikaanse oorlogen in Centraal-Amerika. 

De acht jaar oude oorlog in de Donbas lijkt zich op een andere planeet af te spelen. Geen beelden van de bombardementen en raketaanvallen door extreem nationalistische eenheden zoals het beruchte neo-nazi Azovregiment. Die hebben daar voor 14000 doden gezorgd, vooral onder de etnisch-Russische burgerbevolking met inbegrip van talloze kinderen. Geen verhalen ook van de moeders met kinderen die maandenlang in de schuilkelders doorbrachten, en die daar volgens Zelenski’s voorganger Porosjenko ook thuishoorden. Wie dit facet van de oorlog onder de aandacht brengt, riskeert pek en veren. Dat ondervond de Franse journaliste en documentairemaker Anne-Laure Bonnel, die een indringende documentaire maakte over dit aspect van het conflict (“Donbass” 2016, nog steeds te vinden op Youtube). Haar werkgever Le Figaro schrapte haar reportage, de documentaire wordt op Youtube vergezeld van de waarschuwing “inappropriate or offensive to some audiences.”

De voorbeelden van preventieve censuur zijn legio – de Spaanse journalist José Manzaneda publiceerde onder andere in De Wereld Morgen een indrukwekkende waslijst (“Oorlog in Oekraïne en het Ministerie van Waarheid”, 14 april 2022) – en leidt tot groteske toestanden zoals in Kortrijk, waar een NVA-schepen een optreden van het Sint-Petersburg-ballet schrapte, ook al nam het gezelschap uitdrukkelijk afstand van Poetin en de oorlog. In De Groene Amsterdammer (“Gekluisterd aan het vijandbeeld”, nr. 14, 6 april 2022) illustreert de Nederlandse journaliste van Servische afkomst Lidija Zelovic hoe de mainstream media de Elementaire Principes van Oorlogspropaganda – lees het gelijknamig boek van Anne Morelli – in de praktijk brengen. Ze deed dat door de archieven na te pluizen van zowel de Servische als de Kroatische openbare omroepen, en kwam tot de verbijsterende vaststelling dat ze allebei een totaal verwrongen beeld gaven van dezelfde realiteit in de Joegoslavische burgeroorlog. Het vijandbeeld van de ene was het perfecte spiegelbeeld van de andere. Het is vandaag niet anders: alleen het kader is verschillend.