06 apr 2019 13:00

Ik stuntel, dus ik ben

Hij keek omhoog, in de hoop te begrijpen wat al die lichtpunten in de donkere hemel betekenden. Terwijl hij zo in gedachten rondliep, donderde hij plotseling in een diepe put. Een bijstander lachte deze Thales van Milete uit: “Hoe kun je in godsnaam weten wat er boven je afspeelt als je niet eens ziet wat hier recht voor je neus gebeurt?”

We hebben de mens op veel verschillende manier proberen te definiëren. Van cognitieve wezens, rationele dieren, spelende mensen, autonome personen tot culturele scheppers. Voor al deze visies valt wat te zeggen, maar misschien worden we nog wel het meest gedefinieerd door ons eeuwige gestuntel.

In onze pogingen de wereld te begrijpen en deze naar onze hand te zetten, gaat het ontiegelijk vaak mis. Dat was in de oudheid niet anders. Thales van Milete, die in de 6e eeuw voor Christus aan de bakermat van de filosofie stond, kennen we vandaag vooral nog vanwege die pijnlijke anekdote. Het is een klassiek beeld van de verstrooide professor: geniaal op vele fronten maar uiteindelijk toch gedoemd in het gewone leven te stuntelen.

De moderne mens lijkt op dergelijk gestuntel niet te hebben ingeboet. Zelfs de beste bedoelingen werken vaak averechts. Veel natuurrampen hebben nauwelijks iets met ‘natuur’ te maken, maar zijn eerder het gevolg van menselijk ingrijpen. Voedingsmiddelen hebben we zo beïnvloed dat we massaal te dik worden. Werk hebben we zo ‘efficiënt’ gemaakt dat veel banen overbodig zullen raken. En dan hebben we het nog niet over ons gestuntel in de liefde, tijdens sollicitatiegesprekken of met Ikea kasten. De moderne mens loopt over van verbeeldingskracht om de omgeving te vormen en zichzelf te verbeteren, maar komt elke keer tekort. Is het niet tijd om onze stuntelende natuur te omarmen en ‘Ik stuntel, dus ik ben’ als uitgangspunt te nemen voor een nieuw mensbeeld?

Raadpleeg hier het volledig programma!