Een documentaire van Alfons Vandenbussche .
Inleiding door Babette Weyns, doctoraal onderzoekster bij Prof. Bruno De Wever , zij zal de problematiek schetsen en het nagesprek leiden. De documentaire van Alfons heeft een brede maatschappelijke relevantie. De documentaire heet dan ook ‘herinneringen van een oorlogskind’. Het is geen verhaal over collaboratie, feiten, bestraffing schuld of onschuld, maar een over de verdragende gevolgen van ‘oorlog’. We zien de oorlog door de ogen van een kind, dat in het geval van Alfons, een ouder beboet ziet voor de verkeerde keuzes tijdens die oorlog. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kozen zo’n 100.000 mensen om op een kleine of grotere manier mee te werken met de Duitse bezetter. Eveneens zo’n 100.000 mensen gingen in het verzet. De overgrote meerderheid was dus niet ‘zwart’ of ‘wit’, maar wel ‘grijs’; ze deden aan wat we noemden ‘accommodatie’: ze pasten zich aan aan de toestand die hen gegeven werd, maar maakten geen keuze voor die ene of andere kant. Maar wat ben je als kind van iemand die wel een uitdrukkelijke keuze maakt? Geboren in 1936, maakt het Alfons 8 jaar op het einde van de oorlog. Ook hij gaat mee met de toestand die hem gegeven is. Maar als kind van een collaborateur, ziet hij hoe zijn vader na de oorlog gestraft wordt. Zijn oorlog is dus nog niet gedaan in ’44 of 45. Zowel de oorlog, de keuze van de ouder, als de naoorlogse bestraffing, laten in veel gevallen vele sporen na. Gezinnen moet het na de oorlog zonder vader of moeder stellen, moeten verhuizen, of hebben te kampen met sociale uitsluiting. En los van de vaststelling dat de medewerking aan een vijandig regime in je eigen bezette vaderland een straf als antwoord verdient, is één perspectief daarin het steeds waard gehoord te worden: dat van kinderen die in een oorlogssituatie niet bij machte zijn keuzes te maken.