In de (vrije?)markteconomie wordt het gezag in de onderneming in principe uitgeoefend door de werkgever, de persoon, die de onderneming heeft opgericht of later toetreedt als aandeelhouder of er samen met anderen geld of goederen heeft in geïnvesteerd. De werkgever kan ook zijn bevoegdheid delegeren.
De werknemers, die hun arbeid inbrengen (investeren?), worden, in die hoedanigheid, slechts marginaal bij de uitoefening van het gezag betrokkenen. Dit zeker niet wegens gebrek aan belangstelling van hunnentwege. Reeds in de 19de eeuw werd er door de arbeidersbeweging geijverd voor de verwezenlijking van medebeheer. Medezeggenschap, medebeheer, arbeiderscontrole, zelfbeheer, participatief beheer, interessering waren de concepten, die de ronde deden.
Vooral na Wereldoorlog II werden er wettelijke vorderingen gemaakt. De organisatie van het bedrijfsleven werd dit genoemd. Het democratiseringsproces van het bedrijfsleven, werd vanaf van het niveau van de onderneming n verruimd tot het nationale, interprofessionele niveau om vandaag te komen tot het Europese en het internationale niveau.
Op woensdag 6 november 2024 willen we het hierover hebben met mensen die, in hun beroepsrelatie op ondernemingsniveau, dagelijks met de gezagsuitoefening geconfronteerd worden.
Inleiding: Maxime Stroobant, em. prof arbeidsrecht VUB