16 okt 2021

Interview met Aleksandra Boltovskaja: ”Russen hebben iets masochistisch”

Interview met Aleksandra Boltovskaja en Pieter Boulogne, afgenomen door Kathy Van Crombruggen

Aleksandra Boltovskaja werd in 1966 geboren en groeide op nabij Leningrad. Na de implosie van de Sovjet-Unie leerde ze via briefwisseling een Belgische landbouwer kennen en verhuisde naar Limburg. Over haar ervaringen schreef ze een tragi-komisch boek getiteld: Hoe ik het plan van mijn moeder saboteerde en trouwde met een Belg. Het boek werd samengesteld en vertaald door Pieter Boulogne, doctor in de slavistiek, die aan de KU Leuven Russische literatuur geeft en vertalers en tolken opleidt. Zowel Aleksandra als Pieter werken ook als sociaal tolk.

Aleksandra Boltovskaja



Aleksandra, hoe situeer jij jezelf?

Aleksandra: Mijn vader is van een pro-communistische familie en mijn oma was een activiste die zich bezighield met de strijd tegen de rijke boeren. Ze hebben alles van de mensen afgenomen tijdens de collectivisering einde jaren 1920. De herverdeling sloeg nergens op, ze hebben het gewoon verknoeid. Ze hadden ook geen respect voor het werk van anderen. De boeren die alles kwijt waren, werden vervolgens vervoerd naar andere streken, wat onder andere leidde tot een hongersnood in Oekraïne. Mijn moeder was van een aristocratische tak afkomstig. Dat was nogal een gemengde situatie thuis. Mijn Belgische man is een hobbytuinder en fruitteler. In de zomer zit hij iedere dag in de boomgaard.

Laten we verder met de deur in huis vallen. Wat is voor jou het ergste aan de Vlamingen?

Aleksandra: (lacht) Ik weet niet of ik mag veralgemenen, want het zijn natuurlijk allemaal verschillende mensen. Maar ik vind dat er veel hypocrieten zijn. Ze zeggen “ja” maar het is eigenlijk “nee”. Dat wringt bij mij nog altijd, misschien omdat ik van een andere cultuur ben.

Pieter: De Russen zijn heel hard, maar je weet sneller wat je eraan hebt. Het zou bij ons onbeleefd zijn om zo direct te zijn. Nederlanders zijn bijvoorbeeld veel meer rechttoe rechtaan. Als zij het boek lezen, zijn er mogelijk ook dingen die zij als bevreemdend ervaren.

Aleksandra: Vlamingen zijn ook wel zacht, maar ik verlang soms naar iets meer brutaal. Daarom zoeken landgenoten elkaar graag op, al hebben de Russen geen echte diaspora. Het zijn eerder groepjes die onderling veel ruzie hebben en waartussen veel agressie bestaat. Toen dit boek uitkwam, kreeg ik kritiek van Russen. Ze vroegen me hoe ik op zo’n toon durfde te praten over de Russen. Iemand zei me dat ik de russofobie in de hand werkte. Ik vind die vorm van patriottisme lelijk, want zo verbied je mensen om te spreken, over het land dat je tenslotte zelf ook verlaten hebt. Het komt erop neer dat je in Rusland geen kritiek mag uitspreken, maar wanneer je Rusland verlaat, mag je het evenmin. Ze vonden ook dat ik me te sarcastisch uitliet over de Belgen, zoals met het woord “sauzenslurpers”.

Vind je het niet irritant dat er impliciet wordt gezegd dat je dankbaar moet zijn?

Aleksandra: In Rusland was het nog steeds erger. Veel Russen zijn van mening dat we Rusland dankbaar moeten zijn dat het ons leven heeft geschonken, en ze beschouwen het als een misdaad wanneer we het land verlaten. Ik beschouw dit boek wel als een ontsnapping, een overwinning ook op mezelf. Ik heb veel verhalen oorspronkelijk online gepubliceerd in het Russisch om alles voor mezelf te kunnen plaatsen, te verwerken. Maar ook op die Russische site was censuur. Mijn verhaal over de Russische ambassade bijvoorbeeld werd verwijderd. Dat lag erg gevoelig.

Pieter: Dat was wel een bijzonder snedig verhaal. Je had oorspronkelijk ook niet de ambitie om in het Nederlands te publiceren.

Aleksandra: Ja, ik was bang om sommige dingen te publiceren.

Pieter: Ja, ik was ook bang, en we hebben wel een zekere vorm van censuur toegepast bij bepaalde passages, zodat Aleksandra nog over straat kan lopen. Zo hebben we bepaalde literair verantwoorde kunstgrepen gebruikt om meer anonimiteit te garanderen voor bepaalde mensen, maar dat veranderde niets aan de inhoud van de verhalen. Het is nog steeds non-fictie en een explosief boek. Er wordt in dit boek geen blad voor de mond genomen. Het is wel een selectie, oorspronkelijk waren er driehonderd verhalen. In overleg met de uitgever bleven er een veertigtal behouden.

Bij de organisatie van een Russisch literatuurfestival verbaasde ik me over hoe weinig samenhorigheidsgevoel er leek te zijn tussen de Russische schrijvers onderling.

Pieter: Ja, dat gevoel van samenhorigheid zoals dat bij pakweg de Turken, de Italianen of de West-Vlamingen bestaat, is er niet bij Russen. Ik denk dat dat komt omdat er heel veel paranoïde gevoelens zijn die nog stammen uit de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie was voor een stuk een verklikkerssamenleving, en de geheime dienst in Rusland is nog steeds zeer actief. Dat maakt dat Russen op hun hoede zijn voor provocateurs. Dat zijn mensen die standpunten verkondigen om een ander uit zijn tent te lokken, en dat vervolgens tegen die persoon kunnen gebruiken. Er leven ook tegenstrijdige belangen, zoals Aleksandra beschrijft in haar boek. Mensen die hier als expat zijn hebben heel andere belangen dan mensen die politiek asiel aanvragen.

Aleksandra: En dan zijn er nog de zogenaamde Belgenvrouwtjes. Zo probeerde ik vriendschap te sluiten met de echtgenote van een expat. Ze behandelde me steeds erg koel en vanuit de hoogte, alsof ik een persona non grata was. Na de publicatie van het boek stuurde ze me een bericht en vroeg me het boek te signeren, maar voor mij hoeft het na twintig jaar niet meer.

Pieter: Het is ook zo dat de mensen die zich van het Russisch bedienen hier, niet noodzakelijk dezelfde culturele achtergrond hebben. Rusland is een enorm land met vele verschillende volkeren. Ook mensen buiten van de grenzen van Rusland identificeren zich als Rus op bepaalde vlakken, hoewel ze niet in Rusland geboren zijn. Zoals de Russen uit Kazachstan.

Aleksandra: Vele Russische emigranten zijn ook getraumatiseerd. Een plant die verplant wordt in een andere grond, wordt ziek.

Pieter: De Poolse plantjes lijken toch beter te aarden? Misschien omdat zij cultureel en in termen van religie homogener zijn dan de Russen? Alleszins, de Russischtalige gemeenschap is heel versplinterd.

Aleksandra: De Russen hebben een ongelukkig lot! Volgens mij hebben ze iets masochistisch. Ik ook. Zo volg ik nu een opleiding tot gerechtstolk, een absolute marteling. Maar als ik niet genoeg marteling heb, creëer ik er wel weer een. (lacht)

Pieter: Het is ook wel een cliché dat het nationale kenmerk van de Russen lijdzaamheid is. Dat werd beweerd in de negentiende eeuw, mede door de Russische intelligentsia, om te verklaren waarom de Russen zolang het lijfeigenschap hebben getolereerd, terwijl dat in andere delen van de wereld reeds lang afgeschaft was. Ik denk dat de geschiedenis heeft aangetoond dat Russen helemaal niet lijdzaam zijn, want er zijn heel wat opstanden geweest, waaronder de Februari- en de Oktoberrevolutie. De mythe van lijdzaamheid is ook iets wat het politiek establishment goed uitkomt, want het impliceert gehoorzaamheid en maakt dat mensen alles wat op hun pad komt beschouwen als iets wat nu eenmaal bij het leven hoort.

Aleksandra: Ook de religie speelt een belangrijke rol in het tot stand brengen van lijdzaamheid. Maar ja, als je kijkt hoeveel mensen er vertrekken, een vijfde van de bevolking woont elders. Hun vertrek kun je beschouwen als een vorm van opstand. Ik was zelf ook opstandig.

Pieter Boulogne



We kennen de grote Russische literatuur uit de negentiende eeuw. Hoe staan hedendaagse Russen daar tegenover?

Pieter: Die grote Russische literatuur, zoals Dostojevski en Poesjkin, wordt vandaag nog steeds heel gretig gelezen door de Russen. Zeker als je dat vergelijkt met hoeveel negentiende eeuwse schrijvers wij nog lezen. Conscience, die wij niet meer lezen, werd ook in het Russisch vertaald. Daar wordt zo’n schrijver nog wel goed ontvangen, omdat Russen een grotere affiniteit hebben met de negentiende eeuw. De Russische literatuur neemt nog steeds een heel centrale positie in in de Russische cultuur. Internationaal onderzoek toont ook aan dat jonge Russen heel goed scoren op leesvaardigheid. In het Russisch onderwijs is literatuur nog belangrijk.

Aleksandra: Ik werkte vroeger als bibliothecaris. Als je bijvoorbeeld in Sint-Petersburg de metro neemt, zie je iedereen met een boek zitten.

Literatuuronderwijs, dat brengt ons bij de afschaffing van de slavistiek aan de KU Leuven.

Pieter: Dat is het gevolg van een visieloze rationalisering waarbij tot op het bot onvet is, en in het geval van de opleiding Slavistiek en Oosteuropakunde is een volledig ledemaat geamputeerd. Ik zie het als een opgeven om ons voor Rusland te interesseren. Er is gelukkig nog steeds de Gentse slavistiek, die een meer traditioneel filologische opleiding voorstelt. In Leuven werd er wat meer gefocust op de actualiteit, op politieke en economische aspecten. Bovendien zette de Leuvense slavistiek ook erg in op Polen, wat een belangrijke speler in de Europese Unie is. Je krijgt in Gent wel nog een goede basis om Rusland-expert te worden, aangezien taal daar absoluut essentieel voor is. Vreemd genoeg verwacht men dat iemand die iets over Amerika komt vertellen vloeiend Engels kan, maar iemand die iets over Rusland vertelt, hoeft blijkbaar geen Russisch te kennen om geloofwaardig te zijn. Ons land blinkt niet uit in grote Ruslandexpertise, en in de pers beperkt men zich vaak tot eenvoudige analyses door mensen die niet gehinderd zijn door relevante cultuur- en talenkennis. Veel van onze berichtgeving wordt gekocht van angelsaksische persbureaus die ongenuanceerde analyses maken. Het komt neer op: Putin is evil.

De relatie tussen het Westen en Rusland is altijd al een beetje dubbel geweest. De grote Russische schrijvers werden toch sterk beïnvloed door westerse modellen onder andere via hun Europese leraren?

Aleksandra: Er waren ook de slavofielen!

Pieter: Maar ook die slavofielen waren goed thuis in West-Europees gedachtengoed, waar ze zich vervolgens tegen verzet hebben. Rusland is geografisch gesproken, ten minste tot aan de Oeral, deel van Europa. Er zijn veel Russen die geloven dat Europa tot Vladivostok loopt. Ze beschouwen zichzelf als Europeanen en vinden het spijtig dat ze door de Europeanen niet worden beschouwd als een van hen.

Aleksandra: Ik vind dat Rusland enerzijds de Europese weg volgt, maar men ontkent dat anderzijds ook. Sommigen vinden de Russen een uitverkoren volk. Volgens mij kijken Russen op naar het Westen.

Pieter: De tweekoppige adelaar die het Russische nationale embleem is, staat daar eigenlijk voor: het ene hoofd kijkt naar het Westen en het andere naar het Oosten. De wortels van Rusland zijn grotendeels Westers, Europees. Rusland heeft het christendom gekregen uit het Westen, via Byzantium, en de Russische schrijvers waren heel goed thuis in de Franse en de Duitse literatuur. Dostojevski is bijvoorbeeld begonnen als vertaler van Balzac. Ook het communistisch experiment komt uit het Westen. Sint-Petersburg is een mooi voorbeeld van de invloed van de westerse cultuur op Rusland. De stad werd in 1703 gemodelleerd naar Amsterdam.

Aleksandra: Ja, Peter de Grote was ook in Antwerpen, voerde westerse kleding in en heeft baarden verboden.

Pieter: Moet Rusland Europa achterna lopen? Dat was het idee van de zogenaamde westerlingen, die vaak socialistisch waren en daartegenover had je de slavofielen, die geloofden dat Rusland een andere bestemming had. Die eeuwenoude tegenstelling heb je nog altijd onder Russische intellectuelen.

Aleksandra: De kijk op Rusland kan erg verschillen tussen Russen. Zo heb ik veel vrienden die tegen Poetin hebben gestemd, en wanneer we over politiek beginnen praten, worden ze erg boos en brengen ze de jaren dertig in herinnering, toen mensen elkaar moesten verklikken.

Dus de befaamde Russische ziel bestaat niet?

Aleksandra: Voor jullie Europeanen bestaat het, omdat het onbekend is. Het klinkt romantisch maar het bestaat niet.

Pieter: Karel van het Reve beweerde dat de Russische ziel gewoon alcoholisme betekende.

Aleksandra: Maar dat alcoholisme is een groot verdriet van de Russen. Het is een gevolg van de moeilijke levensomstandigheden. Mensen proberen gewoon hun verdriet te verdrinken.

In het boek wordt via het alledaagse leven eigenlijk het universele verteld. Wat zijn volgens jou de universele thema’s die in dit werk aan bod komen?

Aleksandra: Ik werd gedreven door eenzaamheid. Ik publiceerde in de eerste plaats poëzie op internet omdat ik op zoek was naar zielsverwanten. Vrienden maken in een andere cultuur is complex voor mij. Het is alsof je grote dorst hebt en je drinkt wat je maar kan vinden. Het stilt de dorst een beetje maar niet helemaal, je verlangt eigenlijk naar iets anders. Je vraagt je af waar de mensen zijn met wie je echt over iets kan praten.

Online heb ik in eerste instantie contact kunnen maken met andere rare vogels, die net als ik ook dingen neerpenden. Ze gaven me waardevol advies. Zij suggereerden dat ik over mijn leven in België kon schrijven, dat ze dat interessant zouden vinden. Zo ben ik als het ware reisverhalen beginnen schrijven voor Russen vanuit België. Ik schreef vanuit een outsiderperspectief, met Russische ogen en probeerde er ook humor in te steken, zodat het voor mijn lezers niet saai zou worden. Gaandeweg is het schrijven mijn eigen innerlijke vriend geworden die me dicteerde waarover ik moest schrijven. Die innerlijke vriend stilde mijn honger naar vriendschap, maar door het schrijven kwamen ook de echte vrienden vanzelf.

Welke schrijvers zijn voor jou een grote inspiratiebron?

Aleksandra: O. Henry. Een Amerikaanse novelist die in Rusland heel populair is. Hij zat in de negentiende eeuw in de gevangenis. Ik hou ook van Charles De Coster, de auteur van Tijl Uilenspiegel. Die is ook heel populair in Rusland.

Pieter: Bij ons leest bijna niemand dat nog, maar in Rusland behoort Tijl Uilenspiegel tot de parate kennis. Het verhaal werd gepromoot door de Sovjets, omdat je het socialistisch kon framen. Het werd in Russische scholen onderwezen bij buitenlandse literatuur als iets wat gekend moest zijn over de Lage Landen. Tijl Uilenspiegel en Vlaamse stillevens zijn ook vaak de eerste associaties van veel Russen met Vlaanderen. Samen met chocolade en Brugge behoort dat tot het standaard referentiekader van de Russen over Vlaanderen.

Aleksandra: Dostojevski is voor mij ook heel belangrijk.

Pieter: Ja, ik vind Aleksandra heel Dostojevskiaans schrijven omdat zij ook die sterke emotionaliteit heeft. Ze kan kleine situaties groteske proporties geven. Dat is een techniek om bepaalde excessen aan de kaak te stellen.

Aleksandra: Ik hou van schrijvers die op het einde van ieder verhaal een soort van troost bieden. Literatuur en kunst moeten volgens mij de mens troosten. Ik hou ook van Gogol, hij schrijft heel mysterieus en je kunt hem beschouwen als iets apart. Ik herinner me de dag dat ik moest bevallen van mijn eerste kind. Ik stond naast het venster te dansen en Dode Zielen te lezen. Het is een meesterwerk.

Pieter: In Dode Zielen maakt hij een satirisch portret van het Russische platteland, en jij doet dat eigenlijk ook in jouw boek. In sommige verhalen maak je een snedig portret van het gewone Russische dorp, humoristisch zonder dat het kwaadaardig bedoeld is.

Denk je dat hedendaagse Russische schrijvers veel te lijden hebben onder censuur van het regime?

Pieter: Ik denk dat censuur overal is. Ook dit boek werd gecensureerd door de uitgever. Is streven naar commerciële wenselijkheid een vorm van censuur of niet? Je zou kunnen zeggen van wel. In de post-Sovjettijd is de censuur in Rusland als het ware geprivatiseerd. Je hoeft niet meer de censor te passeren, maar nu moet je oppassen met wat je uitgeeft. Als je een politiek subversief boek zou willen uitgeven, dan vind je gewoon geen uitgever, omdat die vreest voor nare gevolgen. Bijvoorbeeld een fiscale doorlichting of een tragisch ongeluk. Daarom geven sommige schrijvers nu zelf uit, of ze publiceren op het internet, zoals Arkadi Babtsjenko, die Rusland intussen ontvlucht is. Maar ondanks de bestaande druk, vind je ook in Rusland nog schrijvers die geen blad voor de mond nemen, zoals de oppositiegezinde satiricus Dmitri Bykov, die in 2019 het slachtoffer werd van vergiftiging door de Russische geheime dienst.

Eigenlijk is de grote Russische literatuur destijds ook ontstaan in politiek woelige tijden …

Pieter: Ja, die politieke druk maakt de literatuur meerlagig, omdat mensen tussen de lijnen beginnen te schrijven en lezers tussen de lijnen beginnen te lezen. Of de dingen gaan ondergronds en mensen riskeren er hun comfort, vrijheid of zelfs hun leven voor. Dat doe je niet voor eenvoudig entertainment.

Aleksandra: Het is ook altijd veel leuker iets te lezen wat verboden is!

Kathy Van Crombruggen studeerde sociologie en klinische psychologie. Ze werkte eerder als wetenschapscommunicator bij de VUB en als wetenschappelijk medewerker in het Vlaams Parlement. Ze publiceerde daarnaast educatieve uitgaven en handleidingen voor leerkrachten. Gedurende ongeveer een decennium woonde ze in het Midden-Oosten (Turkije), waar ze onder meer leraar Engels was. Op dit ogenblik is ze actief als klinisch psycholoog i.o. op de afdeling psychiatrie van een algemeen ziekenhuis. Als vrijwilliger was ze mede-organisator van interculturele meertalige literaire festivals (Arabisch, Russisch, Turks,…) in haar geboortestad Mechelen. Ze pleit schuldig aan het schrijven van poëzie. Kathy is lid van Masereelfonds-Mechelen.