Mensenrechten en grondrechten, om wat te doen?

Over de multifunctionaliteit van grondrechten voor de sociale emancipatiestrijd. Naar aanleiding van de 75ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.  

Op 10 december 1948 nam de Algemene vergadering van de toen recent opgerichte Verenigde Naties de tekst aan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dit gebeurde zonder tegenstemmen, maar met enkele onthoudingen, waaronder deze van de Sovjet Unie en van Saoedi-Arabië. Akten, waarin fundamentele rechten werden afgekondigd, waren er in de voorbije eeuwen al eerder geweest. Alleen situeerden zich die op het nationale niveau. Het is de verdienste van het UVRM de proclamatie op het mondiale vlak te tillen. De Universele Verklaring betreft een handeling, die de VN-lidstaten moreel en politiek bindt. Hetgeen betekent dat ze er, bij het uitstippelen van hun beleid, moreel verplicht zijn rekening mee te houden. Van een rechtstreekse juridische binding en afdwingbaarheid blijft het UVRM echter wel verstoken. Die binding zal er naderhand wel komen. Het was inderdaad de verdienste van de Verklaring aan de grondslag te hebben gelegen van een veelheid van andere akten, die hetzij wereldwijd, hetzij op het niveau van een werelddeel of op het niveau van een land op een juridisch dwingende wijze mensenrechten willen waarborgen. Bovendien valt op dat het aantal als fundamenteel aangemerkte rechten gaandeweg is toegenomen en tegenwoordig het domein van de burgerlijke en politieke rechten en van de sociaal economische rechten ruim overstijgt. De ecologie en de mogelijkheid voor landen om zich te ontwikkelen zijn thans al langer in grondrechten vertaald.

De rechtsregels, die van een hoger belang worden geacht voor de samenleving, zijn in de loop der tijden met uiteenlopende namen bedacht. Men gewaagt zo van fundamentele rechten en vrijheden, van rechten van de mens of mensenrechten. Omwille van zijn algemene draagwijdte verkiezen we de term grondrechten. Ook kunnen we ons vinden in de opdeling ervan in eerste, tweede, derde en vierde generatie grondrechten. In die zin dat de eerste generatie slaat op de traditionele burgerlijke rechten en vrijheden; de tweede generatie de sociale, economische en culturele rechten dekt; de derde handelt over het recht van landen op zelfontwikkeling en de vierde generatie raakt aan de ecologie en de duurzaamheid.

Als men de cataloog van grondrechten overloopt, kan het bijna niet anders dan dat men overweldigd wordt met een gevoel dat de samenleving al bij al toch in goede handen is en dat burgers met enig vertrouwen de toekomst kunnen tegemoet zien…. Als men achter de mooie intenties van de grondrechten heen ziet, merkt men evenwel onmiddellijk op dat de werkelijkheid meestal veel  minder lieflijk is en dat er voor de verwezenlijking van de diverse rechten nog een lange weg valt af te leggen… En dat brengt ons bij de vaststelling dat grondrechten een vrucht zijn van de burgerlijke revolutie en als dusdanig zeker nooit de ambitie hebben het kapitalisme op te zeggen of zelfs maar even te ontkrachten. Maar dat ze integendeel de heersende klasse willen beschermen tegen een dreiging van een te sterke staat, tegen de sociale beweging en zijn streven naar emancipatie, tegen de verzuchting van de koloniaal onderdrukte volkeren naar economische ontvoogding of tegen de terechte ambitie van behoud van het antropoceen en de biodiversiteit door milieubewegingen. De grondrechten zijn dus misleidend. Ze wekken de verkeerde indruk dat de politiek in staat zou zijn de markteconomie te corrigeren. In realiteit is de verwezenlijking ervan soms aan zoveel rechtsvoorwaarden gekoppeld dat een afdoende toepassing schier onmogelijk is…. Grondrechten betreffen dus veelal zoethouders voor de diverse ontvoogdingsbewegingen en helpen dus de heersende klasse zich te handhaven. Grondrechten wijzigen dus amper iets aan de hoedanigheid van klassenrecht, dat de rechtsstelsels die het kapitalisme dienen, kenmerkt. Anders gesteld, de grondrechten lijken dus niet echt bedoeld om de samenleving te bevrijden van de gesel van het kapitaal en van de overheersing van de burgerij. De formele vrijheid en gelijkheid, dierbaar aan de liberale politieke orden, blijft onbedreigd overeind.

Maar betekent dit nu dat de grondrechten voor de sociale ontvoogdingsbeweging van geen nut en van geen tel zijn…? Geenszins. Alleen moeten we onze verwachtingen naar onder bijstellen. Het potentieel belang van de sociale en economische grondrechten voor de emancipatie is meestal punctueel en in de tijd beperkt. Binnen die grenzen kunnen we zelfs gewagen van een multifunctionaliteit ervan.

Grondrechten vormen een juridische component in de machtsopbouw en dit ongeacht de context en het kader waarin de opbouw geschiedt. Ze leveren een rechtscomponent voor het politieke argumentarium bij de beleidsdiscussie over nieuwe wet- en regelgeving. Ze spijzen uiteraard ook het rechtsargumentarium bij de tegenspraak naar aanleiding van een rechtsgeschil. Positief is wel dat het beroep op grondrechten al langer niet meer beperkt blijft tot de zeer specifieke procedures voor hogere rechtscolleges (Raad van State, Grondwettelijk Hof, Europees Hof van Justitie of Europees Hof voor de Rechten van de Mens). Maar ook kan voor om het even welk geschil voor een gewone rechter. Dit moet ons evenwel niet euforisch stemmen. Vijf decennia neoliberalisme zorgden voor een algemene verarming van de bevolking, die de materiële en morele weerbaarheid van de burgers zo heeft aangetast, dat velen niet meer bij machte zijn de kosten van een beroep op de rechter te dragen… Enkel in groep en als collectiviteit lijkt het vaak nog wel te lukken… voor zover de  gespecialiseerde rechtsbijstand wordt geboden door sociaal bewuste raadslieden (zoals bijv. PLN).

Een laatste maar niet onbelangrijke omgeving waarin grondrechten vaak argumenten aanleveren, betreft deze van de machtsopbouw voor een collectieve actie. Grondrechten bieden er niet zelden de ultieme legitimatie van het collectief optreden. Ze zijn vaak het decisieve element in een anti-onderdrukkingsstrategie… en daarvoor alleen al zijn ze het waard om toch gekoesterd te worden.

Voor meer informatie verwijzen we o.a. naar de site van amnesty.nl, Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Bijdrage van Marc Rigaux – voorzitter Masereelfonds Antwerpen