
Zondag was ik tussen twee voorstellingen in op bliksembezoek bij de pre-opening van het nieuwe Masereelhuis in de Beenhouwersstraat 9. Het Masereelfonds organiseerde er een eerste inkijkmoment. In de voormalige kantoorruimte van reisorganisatie Wegwijzer vond het fonds eindelijk een vast onderkomen na een lange zoektocht langs omwegen, inclusief het voormalige dienstencentrum Van Volden dat uiteindelijk verloren ging aan de lokroep van projectontwikkeling.
Tot nu toe nestelden de activiteiten van Masereelfonds Brugge zich vooral in Snuffel of De Brug. De activiteiten op die plekken blijven bestaan, maar worden een stuk afgebouwd. Het zwaartepunt verschuift nu naar deze nieuwe locatie, waar het Masereelhuis een herkenbare plek moet worden waar ontmoeting een werkwoord is.
Boomers
Binnen zaten mensen aan tafels met koffie en taart. Ik schoof aan bij een groep oudgedienden van het Masereelfonds, babyboomers die in de jaren zeventig student waren. Een van hen vertelde dat docenten destijds voorspelden dat zij de samenleving gelukkiger zouden maken. Een ander vroeg zich af waar de jongeren van nu gebleven zijn, waarna iemand prompt tegenwierp dat die jongeren vandaag bewuster handelen, minder naïef misschien, maar even idealistisch. Denk aan de mobilisatie rond klimaat, betaalbaar wonen en internationale solidariteit. Het is tekenend voor de sfeer die er hangt: verschil zonder verwijdering.
Er zaten trouwens wel degelijk jonge mensen in de ruimte, net zoals op zoveel Masereelactiviteiten. Zij zoeken wat een digitale bubbel niet kan geven: een plek om politiek gevoel te toetsen aan een echte blik.
Nomadisch activisme
Voorzitter Filip Delmotte lichtte zijn visie toe en benadrukte dat dit huis moet functioneren als een gemeenschapsplek waar ontmoeting centraal staat. Niet het nomadische activisme met losse initiatiefgroepjes en tijdelijke formats, maar het bouwen van duurzame nabijheid. Dat kan alleen als er een fysieke plaats bestaat waar mensen elkaar vanzelf tegenkomen. Een huis als dit kan een antidotum zijn tegen de vluchtigheid van de newsfeed.

Misschien moeten we het woord ‘huis’ opnieuw ernstig nemen. In onze tijd worden veel plaatsen gedefinieerd als community spaces of ontmoetingsplekken, maar zelden overleven ze de fase van branding en programmatie. Een huis wordt pas gemeenschap wanneer het mag dienen voor twijfels, stiltes, vragen en andere momenten die elders nog moeilijk overleven.
Helaas verdwijnen dergelijke plekken sneller dan ze ontstaan, terwijl het publieke domein steeds meer verschuift naar digitale velden die wel connectie beloven maar nauwelijks nabijheid toestaan. Activisme mag dan internationaal en slim zijn, het blijft vaak digitaal gehuisvest en moeilijk te verankeren. Tegen die achtergrond wordt het Masereelhuis zeer betekenisvol. Het kan een laboratorium voor burgerschap worden.
Volkshuis
Dat sluit nauw aan bij de historische traditie van het volkshuis. Het verdwijnen daarvan werd in recente jaren benoemd door onder meer Dominique Willaert, die erop wees dat maatschappelijke verharding en extreemrechtse rekrutering deels gevoed worden door het wegvallen de volkshuizen. Het volkshuis was ooit een spil van het sociaal leven in Vlaanderen. Ja, het was verzuild en stevig ideologisch gekleurd, maar het diende tegelijk als laagdrempelige infrastructuur waar cultuur, ontspanning, vorming en politiek elkaar raakten. Mensen kwamen er niet enkel luisteren maar deelnemen: koor, toneel, voordrachten, lezingen, vakbond, mutualiteit, buurtwerking. Het was een huis dat niet alleen activiteiten organiseerde maar ook gemeenschappelijkheid produceerde.

Met de ontzuiling, de opkomst van professionele cultuurcentra, suburbanisering en de commercialisering van vrije tijd brokkelde die functie langzaam af. Wat we ervoor in de plaats kregen, was weliswaar kwalitatieve programmatie, maar minder vanzelfsprekende nabijheid. Het Masereelhuis kan dat natuurlijk niet volledig herstellen, maar misschien wel een ontbrekende schakel worden: een hedendaagse variant van die fysieke, gedeelde binnenruimte waar politieke vorming, cultuur, ontmoeting en twijfel opnieuw mogen samenvallen.
Deep democracy
Op een tafel bij de ingang lagen vellen papier met mogelijke namen voor het pand. De ene goed gevonden, de andere flauw of absurd, nog een andere prikkelend. Toch kreeg iedere suggestie een stem, en mocht iedereen die uitbrengen. Langskomers konden een plus of min toekennen. Een kleine scène die voelbaar maakte dat engagement hier niet alleen inhoudelijk wordt gezocht, maar ook gestoeld op gedeeld eigenaarschap. De officiële naam volgt later, net als de officiële opening in april 2026, maar dergelijke rituelen zijn betekenisvol.
Wanneer het Masereelhuis slaagt in zijn opzet, kan het een schakel worden in het maatschappelijk Brugse middenveld. Democratie heeft niet alleen nood aan ideeën en acties, maar ook aan plaatsen waar mensen niet meteen iets moeten bewijzen. In tijden waarin zowat alles wordt gebouwd om met winst te verkopen, is het verfrissend dat hier nog iets wordt gebouwd om te bewaren, zoals een huis voor de gemeenschap.