Al van bij zijn lancering werd Paul Goossens zijn ‘De ongelijkheidsmachine’ juichend op de schouders gehesen. Het boek over “de politieke invloed van de geldaristocratie die dankzij de stuwende stijl leest als een pageturner” – de woorden komen uit de De Standaard der Letteren – kampeerde vele weken in de top 10, haalde de longlist van de Boonprijs en zit ondertussen aan zijn vijfde druk. Maar minstens zo belangrijk: het weekte een debat los. Verschillende middenveldorganisaties, de vakbonden op kop, gingen ermee aan de slag.
Met de nieuwe cijfers van de Nationale Bank over de verdeling van de nationale rijkdom en met de nakende verkiezingen is ‘De ongelijkheidsmachine’ actueler en urgenter dan ooit. Voeg daar de nieuwe paperbackeditie aan toe, met een nieuw voorwoord, en u begrijpt waarom boek en auteur straks langs vijf universiteiten trekken.
David Van Reybrouck, Nadia Fadil, Hendrik Vos, Anuna De Wever, Bart Deceukelier en Raf De Weerdt gaan in gesprek.