
Ik zit in een ziekenhuiskamer naast het bed van mijn zeven maanden oude zoontje wanneer mijn smartphone oplicht in het schemerdonker. “Dat is meer dan een verdubbeling!,” schrijft mijn lief, haar woorden kracht bijzettend met een emoji die verbijstering moet uitdrukken. “Avondles Spaans of kookcursus in volwassenenonderwijs wordt fors duurder, opleiding voor knelpuntberoep goedkoper,” lees ik als kop bij het artikel dat ze me stuurt. Ik klik de link aan en lees hoe Zuhal Demir (would be-burgemeester van Genk en Vlaams minister van Onderwijs, Justitie en Werk tegen wil en dank) verklaart dat “het iedereen vrijstaat om een hobby-opleiding te volgen in hun vrije tijd,” maar “dat deelnemers daarvoor meer gaan betalen”. En of mijn cursisten meer zullen betalen: de 1,5 euro per lesuur die ze vandaag neerleggen worden er straks 4. En zodoende wordt 180 euro voor een jaar nu 480 euro. Zulks schijnt “alleen maar fair te zijn tegenover de belastingbetaler”. De woorden van de minister lezen lekker pragmatisch weg, maar ze verraden een ronduit cynisch mensbeeld.

Maarten Geeroms is doctor in de Spaanse letterkunde. Hij werkt als lesgever Spaans, Frans en NT2 in het volwassenonderwijs.
Ik koos voor het volwassenenonderwijs uit liefde voor zowel taal als mensen. Ik geef Frans, Spaans en Nederlands voor anderstaligen (NT2) omdat taal, om maar eens een huizenhoog cliché te gebruiken, dient als toegangspoort tot andere werelden. Taal biedt een inkijk in de innerlijke gevoelswereld van de ander. Taal maakt dat nieuwe perspectieven op samenleven worden gecreëerd door inzicht in andere mensen en culturen te verkrijgen. Daarnaast ben ik niet naïef. Ik ben vertrouwd met het werk van de betreurde Jan Blommaert en dus weet ik maar al te goed dat taal ook fungeert als een machtsmiddel: wie zijn taal, zijn manier van kijken naar de wereld, zijn ‘frame’ kan opleggen aan de ander, die verwerft daarmee ook de invloed om de blik van de ander mee vorm te geven. En dat is hoe ik precies de woorden van minister Demir lees.
Demir verklaart de focus te zullen leggen “op waar de noden het hoogst zijn”. En ik geef toe: een en ander van wat de minister aankondigt snijdt hout. Opleidingen die naar knelpuntberoepen leiden, worden bijvoorbeeld een stuk goedkoper voor gewone cursisten, en gratis voor zwakkere doelgroepen. Ook dat de 3 eurocent per uur van het zogenaamde tweedekansonderwijs behouden blijft, is een goede zaak.
Maar er is meer aan de hand. Want de ogenschijnlijk pragmatische houding van minister Demir schijnt zich vooral te richten op “de belastingbetaler”, die ik me, afgaand op de woorden van zowat al onze regeringsleden van de laatste decennia, inbeeld als een soort halfgod van het begrotingsevenwicht. En laat het nu net in de financiën zijn dat er nogal wat mangelt aan het frame van de minister. Allereerst zal deze prijsverhoging volgens schattingen straks aan 800 tot 1000 lesgevers hun job kosten. Kunnen die mensen zomaar allemaal naar het middelbaar onderwijs? Helemaal niet: een heel aantal vakken van het CVO-niveau komen in het secundair amper of zelfs niet voor, en voor de vakken die wel in beide onderwijsvormen voorkomen, zijn de verschillen in didactiek enorm. Het zal de halfgod, excuseer, de belastingbetaler misschien verwonderen, maar wanneer ik lesgeef aan een groep volwassenen, dan pak ik dat anders aan dan wanneer ik een groep tieners in volle cognitieve en emotionele ontwikkeling voor me heb. Niet elke collega van me kan die stap zomaar zetten, integendeel, en een deel van hen dreigt door deze maatregel dus werkloos te worden of zich (in het geval van een aantal recente zij-instromers: alweer) te moeten gaan omscholen.
Verder is het ook niet zo dat we het secundair onderwijs met ons allen aantrekkelijk proberen te maken: enkele dagen voor ik dit schrijf, is er in de media weer een weekendje duchtig gevoxpopt (“de belastingbetaler vindt”) over hoe de vaste benoeming op de schop moet en mijn zomervakantie te lang duurt. Dat het onderwijs met structurele problemen kampt die dringend opgelost moeten worden, zegt u? Ik kan het niet harder met u eens zijn. Alleen gaan we het lerarentekort niet oplossen met een ongeïnformeerd potje verdeel-en-heers.
Waarmee dan wel, vraagt u? Ik doe alvast een niet-exhaustieve aanzet. De regelneverij en bijbehorende planlast terugschroeven en leerkrachten weer het vertrouwen geven om hun lessen in te vullen vanuit hun expertise. Lerarenopleidingen haalbaar en relevant maken. Daarmee samenhangend: het beroep toegankelijk en aantrekkelijk maken voor zij-instromers. En tenslotte – komt-ie – met uw tengels van het handvol voordelen afblijven dat de job nog een beetje aantrekkelijk maakt. In ruil daarvoor zal ik niet meer lachen met uw bedrijfs-Tesla.
Helemaal te gek wordt het trouwens wanneer ik het prijskaartje eens bekijk. In het artikel dat mijn lief me stuurde, lees ik dat de verhoging van het inschrijvingsgeld 33 miljoen moet opleveren. Nu wil het toeval dat mevrouw Demir naast onderwijs ook werk in haar ministerportefeuille heeft. Dat levert een interessante paradox op, want het betekent dat studentenarbeid ook onder haar bevoegdheid valt. En worden de uren fiscale vrijstelling daarvoor straks niet verdubbeld? Gaan we de leeftijdsgrens daarvoor niet verlagen van 16 naar 15 jaar? Jawel, hoor. Of die uitbreiding niet ten koste zou kunnen gaan van schoolresultaten? Of we op die manier een lerarenkorps dat sowieso al onder druk staat geen pad in de korf zetten? Of er misschien iets voor te zeggen valt om jonge mensen de ruimte te laten om te verkennen, te fladderen en zichzelf te ontwikkelen alvorens ze de winstmarges van aandeelhouders mogen gaan verruimen? Sssjt. En om ook eens een niet-retorische vraag te stellen: wat is de kostprijs van dat gunstregime voor studentenarbeid? In de periode 2020-2024 kostte die een klein miljard. Met de verruiming die er straks aankomt, wordt dat ongetwijfeld een stuk meer. Is de halfgod-belastingbetaler daar blij mee, vraag ik me af? Jullie opleiding is belangrijk, hoor, jongens en meisjes. Maar snel renderen is belangrijker.
Meer dan een miljard versus 33 miljoen, op een totaalbudget van een kleine 17 miljard. Ik zie – ik ben nu eenmaal een out-of-the-box-denker met een can-do-attitude – een kans voor een win-win-operatie: schaf de fiscale voordelen voor studentenarbeid af, behoud de tarieven in het volwassenenonderwijs, en vergroot de kansen van zowat iedere Vlaming tussen 15 en 95 jaar op kwalitatieve en betekenisvolle scholing. Dat dat niet gaat gebeuren, zegt u? U hebt natuurlijk gelijk, en nu komen we bij de kern van de zaak. Want alle retoriek over “tweede kansen” en “focussen waar de noden het hoogst zijn” ten spijt, wil de Vlaamse regering simpelweg niets anders dan het inclusieve, kwalitatieve, levenslange en levensbrede volwassenenonderwijs, dat we in Vlaanderen al zolang kennen, afbreken.
Het gaat mevrouw Demir niet om de belastingbetaler. En vooral: het gaat haar ook niet om onze scholing. Voor de Vlaamse regering is onze waarde als mens gelijk aan wat we waard zijn op de arbeidsmarkt. Voor onze leiders moeten we niet leren maar renderen. Geef ons één opleiding en we zijn een afgewerkt product, toch? Blijf ons breed scholen, en voor je het weet worden we mondiger en lastiger. Of, God verbiede, wijzer en gevoeliger. Krijgen we een bredere blik op de wereld. Maken we nieuwe vrienden. Leren we koken. Dat moeten we echt niet willen. Dus, moeten de minister en haar tekstschrijver gedacht hebben, framen we alles wat niet in ons ideologische plaatje past als “hobby-opleidingen”. En we gooien voor de goede orde een verwijzing naar “de verwachtingen van de belastingbetaler” er bovenop.
Alleen: mijn vrienden, familie en ik zijn al jaren belastingbetalers, en een snelle rondvraag leert me dat werkelijk niemand van ons verwachtingen had over de prijzen in het volwassenenonderwijs. Wel over opvang en scholing voor onze kinderen, en over systemen om voor onze ouders te zorgen wanneer die dat straks misschien nodig hebben. Over bestaanszekerheid wanneer we ziek worden of ons werk verliezen, en over een haalbare pensioenleeftijd. Over het afremmen van klimaatverandering en, godbetert, zelfs over het stoppen van de genocide in Palestina. Dus zeg ik u, mevrouw Demir: loop heen met uw opportunistische riedeltje. Loop heen met uw kille, cynische beeld van wat een mens is en hoort te zijn.
Enkele dagen na het bericht van mijn lief is ons zoontje weer thuis. Terwijl hij vrolijk ligt te krioelen op zijn speelmat, denk ik aan de eerste zinnen van Natalia Ginzburgs geweldige essay “De kleine deugden”. “Wat de opvoeding van kinderen betreft,” zo schrijft Ginzburg, “denk ik dat we hun niet de kleine, maar de grote deugden moeten onderwijzen. Geen spaarzaamheid, maar vrijgevigheid en desinteresse in geld; geen voorzichtigheid, maar moed en minachting voor gevaar; geen geslepenheid maar openheid en waarheidsliefde; geen diplomatie, maar naastenliefde en zelfopoffering; geen streven naar succes, maar streven naar zijn en naar weten.” Vrijgevigheid, openheid, waarheidsliefde, streven naar zijn en naar weten: hoe moet ik mijn kleine jongen dat in vredesnaam allemaal meegeven, in deze wereld waarin we allemaal vooral lijken te moeten renderen?
Ik klap mijn laptop open. Schrijven maar.