31 jul 2025

Rode en roze pillen. Polarisering in de duistere genderspiegel

Het is weer prijs in het 24/7-kwebbelkraam op de draagbare virtuele kermis van mijn telefoonscherm: een vrouw die ik al jarenlang ken, spreekt me er aan over alle vreselijke dingen die mannen aanrichten. De toon van het gesprek is niet echt agressief, maar het is wel duidelijk dat ze van mij een verantwoording verwacht. Ik ben toch een man? Waarom doen “wij” zo’n dingen? Ik antwoord met gespeelde twijfel dat ik me niet echt identificeer met toxische mannen. Dat wederzijds respect in mijn omgang met mensen primeert, en dat ik de waarde van gender als categorie in machtsanalyses maar zie als ze aansluit bij een meer universeel kader waarin klasse de hoofdrol speelt. Ik begin ook nog over Hillary Clinton. Dat doe je uiteraard niet voor je plezier, maar soms moet het. Na deze tocht over duizend eierschalen weet ik de misandrie-raket af te wenden met mijn argumentatieve golden dome. Schoorvoetend krijg ik het voordeel van de twijfel, en zelfs een hartjes-emoji, we zijn immers ook vrienden “in het echt”, en ik heb me nimmer aan een dick pic noch aanranding gewaagd. Frank is een smakelijk glanzende appel in een mand vol rotte, onwelriekende specimens.

Frank D’hanis is schrijver, copywriter en online polemist. Hij studeerde filosofie en japanologie aan de Universiteit van Gent en
Japans aan de Ritsumeikan
Universiteit in Kyoto. TT en IG: sorry_voor_de_overlast, meer teksten op zijn website: www.frankdhanis.com

Mensen die tot een minderheid behoren en die door de meerderheid – bepaald door uiterlijk of gedrag – gerekend worden tot “goei”, zullen dit scenario helaas maar al te snel herkennen. In schijnbare harmonie gaan ze met leden van de dominante groep om, dat kan ook moeilijk anders, en aan de oppervlakte gaat alles goed. Toch zijn er, eerder gauw dan later in de zich ontwikkelende relatie, ook momenten waarop ze niet als specifiek individu beoordeeld worden. Plots komt in de conversatie dan naar boven dat de ander hen beschouwt als een abstracte veralgemening van een toevallig identitair kenmerk. Dan zijn ze plots niet meer Ida, Rik, Jonathan of, als het Gen Z’ers zijn, Vlinder, Hazel of Boaz. Dan wordt er gesproken over De Persoon van Kleur, De Moslim, De Gay, De Socialist of De Persoon Die Bart Peeters Goed Vindt. Een moment geleden waren ze nog mensen, maar een tel later zijn ze in louter containers van platitudes omgetoverd. Als we mensen zouden beginnen taxeren op alle triviale veralgemenende onzin die er uit hun mond kwam, dan was de begroting onmiddellijk in evenwicht. Het zijn deze reductieve momenten die mensen zoals Reni Eddo-Lodge, auteur van “Waarom ik niet meer met witte mensen over racisme praat” ertoe doen besluiten dat het geen zin meer heeft om als lid van een outsidergroep nog in dialoog te gaan over de dingen die je anders maken. Je stelt je dan op eigen risico onnodig kwetsbaar op, want uiteindelijk blijven de veralgemeningen en het pijnlijk onbegrip steeds opnieuw hardnekkig de kop opsteken. De schier oneindige hoeveelheid domme, bevooroordeelde vragen die je krijgt indien je niet voldoet aan welke domme norm dan ook, is overweldigend genoeg om zelfs mensen met een olifantenvel er al snel toe te brengen om enkel nog oprecht en zonder terughoudendheid te praten met mensen in de eigen identitaire niche.  

Deze psychologische terugtrekking is begrijpelijk, maar dit maakt ons uiteindelijk wel kwetsbaar voor het soort van tribalisme en inwaartse identiteitsvorming dat het benadrukken van zogezegd onoverbrugbare verschillen net op de spits drijft. De toxisch mannelijke kickbokser Andrew Tate was ooit een icoon van de manosphere met een zeer beperkte schare volgers, maar intussen is hij uitgegroeid tot een voorbeeld voor heel veel jonge jongens die op zoek zijn naar zichzelf en hun eigen identiteit. Zijn succes drijft op het idee dat er mannen bestaan tegen wie niemand nog wil praten, die door iedereen gemeden worden. Die mannen moeten volgens hem op agressieve wijze alles terugvorderen wat onder hun natuurlijke recht valt. Het is natuurlijk niet zo dat Tate plots tevoorschijn is gekomen door de veranderende sociale rollen van vrouwen: zijn soort man bestond altijd al. Maar het afgelopen decennium kunnen we vaststellen dat binnen onze communicatieve ruimtes de redelijke dialoog over gender snel is verdwenen. Het thema wordt meer en meer vormgegeven door clichématige zwartwit tegenstellingen. En dat fungeert als een zeer vruchtbare potgrond voor de populariteit van Tate. Een politicus als Dries Van Langenhove voegt aan die verleidelijk toxische kelk van genderhaat nog een discours over een democratisch deficit toe. Ook zijn verhaal blijft vooral plakken aan zowel jonge adolescenten als dertigers. Je hoeft maar heel even in sommige klassen van middelbare scholen te toeven of om te gaan met jonge mannen in sportclubs om te vrezen dat de reactionaire omwenteling naar extreem-rechtse autoritarisme al met beide voeten over de drempel van het democratische huis is getreden.

De toegenomen agressiviteit en haat tegenover vrouwen heeft er dus toe geleid dat er een populaire femosphere ontstond. Net zoals de manosphere zijn deze online gemeenschappen versplinterd in verschillende tribale fracties. Zo zijn er de expliciet anti-feministische Red Pill Women of tradwives, wiens voornaamste doel het is om mannen te manipuleren om met hen een duurzame relatie aan te gaan. Shallon Lester is een Amerikaanse Youtuber met honderdduizenden volgers die filmpjes maakt met titels als “Do not say I love your first, ever” en “Never trust ugly men”. Ze belooft van haar abonnees girl-bosses te maken en hun game te zullen upliften. In een bepaalde video noemt ze zich feminist, maar definieert het dan zo breed dat het niks meer betekent. Ze zet zich ook expliciet af tegen “zwakke” feministen die vinden dat vrouwen elkaar moeten helpen. Ze plaatst dus een vrouwelijke wereld van competitie en agressie parallel aan de mannelijke variant van Tate. Intussen is er zelfs een community van vrouwen, die zichzelf femcels noemden, uit Reddit verwijderd. Dit is een directe analogie met mannelijke incels, hier zien we een duistere genderspiegel opdoemen.

Aan de zogezegd progressieve of liberale kant heb je dan weer femosphere-influencers die via Twitch, Youtube, of TikTok getraumatiseerde vrouwen van Pink Pill content voorzien. Dit zijn, in tegenstelling tot Red Pillers, meestal expliciete feministen die informatie geven over de vreselijke dingen die mannen doen of over waarom vrouwen systematisch benadeeld worden. Vaak bevatten hun video’s waardevolle informatie en cijfers over menstruatiearmoede, gynaecologische mishandeling, het gebrek aan wetenschappelijk onderzoek naar vrouwenziekten, en andere misstanden van de patriarchale maatschappij. Het hoeven zelfs geen extreme zaken te zijn die in de aandacht komen in deze video, het kan ook over een op zich triviale essentialistische reductie van mannelijkheid gaan. Een vriendin die verslaafd is aan Pink Pill content en een knipperlichtrelatie heeft met online dating, verzucht bijvoorbeeld steeds opnieuw dat mannen niet geïnteresseerd zijn om te werken aan hun emotionele intelligentie. Ze stuurt me vaak video’s van pink pill-influencers om deze en andere kritieken te onderbouwen en te lamenteren over de staat van het hedendaagse vrouwdom. Ik ben me wel pijnlijk bewust van bepaalde zaken die deze video’s bevatten. Tussen 2018 en 2020 gaf ik lessen voor The School of Life, waarbij we mensen hielpen om hun emotionele intelligentie te verhogen. 95 procent van al onze cursisten waren vrouwen. Heel sporadisch kwam er eens een man opdagen, meestal omdat hij er een lief hoopte te vinden.

De crux is alleszins dat wanneer je de gehele tijd dergelijke eenzijdige content te zien krijgt, opgedrongen door de online fuik die je steeds meer van hetzelfde voedert, dat je na een tijd geneigd zal zijn om te geloven dat de meeste mannen echt vreselijk creaturen zijn. En dat is niet zo. Het is heel moeilijk om in te schatten hoeveel mannen er precies seksueel grensoverschrijdend gedrag plegen. Op basis van Belgische cijfers, aangepast door factoren zoals onderrapporting bij vrouwen en het fenomeen van veelplegers, kunnen we vermoeden dat gemiddeld genomen maar 5% van de mannen zich ooit heeft gewaagd aan dergelijk gedrag. Het lijkt nog steeds een aanzienlijk cijfer, maar omgekeerd kunnen we evengoed zeggen dat de meeste mannen deugen. Om in te pikken op een recente viraal polariserende trend: ik zou als vrouw toch even verder nadenken vooraleer ik een grizzlybeer zou kiezen om in het diepste woud tegen te komen in plaats van, ik zeg maar wat, Rutger Bregman. Verscheurd worden door een apex predator blijft een minder aantrekkelijk vooruitzicht dan het repetitieve gedram van een broodpolemist die hoofdpijn veroorzaakt.

Maar geen nood! Deze mannetjespolemist heeft uiteraard ook een oplossing voor de tribalisering van de genders. Ik anticipeer alvast een meute Pink Pillers die schuimbekkend met de ogen draaien door al mijn heftig naar testosteron ruikende oplossingsdrift. Maar dus: digitale platformen hebben maar macht over ons als we hen die geven. Eenzaamheid en polarisering bevecht je niet door de hele tijd online te zitten, maar door in de echte wereld om te gaan met echte mensen. In bange isolatie voor je scherm uitstaren zal je niet laten floreren of sociaal zijn. Spreek eens een vreemde aan. Dat mag ook een man zijn, grote kans dat hij vriendelijk terugpraat en niet meteen zijn harig instrument uit zijn broek haalt. Doe aan buurtwerk. Ga in gesprek met elkaar zonder hightech-mediatoren. Hoog tijd om terug een communicerende gemeenschap op te bouwen.