Onze focus in dit themajaar ligt op de digitale evolutie , de toenemende flexibilisering van de  arbeid en de toenemende ongelijkheid, onzekerheid en armoede voor  grote groepen van mensen als gevolg.

Begrippen als ‘platformkapitalisme’ en ‘datamining’ duiken op. De concentratie van grote verzamelingen data in de  handen van enkele bedrijven is voor ons problematisch. Niet de data die je opgeeft wanneer je een  bestelling doet bij een webwinkel, of de inlogdata van je Facebookpagina, maar juist de  ‘ruis’ daaromheen. Alle data die men onbewust prijsgeeft: de likes, surfgedrag, contacten,  tijd die men op een webpagina doorbrengt, en meer. Al die informatie wordt systematisch  verzameld en gebruikt om ons gedrag te voorspellen. En ons te sturen. We nemen de sluiers  weg van onder meer Google en Facebook, en onthullen een genadeloze nieuwe fase van het  kapitalisme waarin niet natuurlijke hulpbronnen, maar de burger zelf als grondstof  fungeert.

De afgenomen sociale bescherming en  de toenemende flexibilisering van de  arbeid leidt tot ongelijkheid, toenemende armoede en groeiende onzekerheid voor grote groepen van mensen.  Ook diegenen die vandaag nog behoren tot de middenklasse zien hun inkomsten en arbeidskwaliteit bedreigt.  De angst voor verlies aan levenskwaliteit heeft een zware impact op een  groeiend deel van de bevolking. Concurrentie wordt de norm in interpersoonlijke omgangsvormen en leidt tot  individualisering.  

De flexibilisering van de arbeid wordt  mee voorwaarts gestuwd door de bliksemsnelle digitale evolutie. De digitalisering zorgt ervoor dat het arbeidsproces steeds intenser kan worden  gemonitord, opgedeeld en versneden  volgens de noden van werkgever.   

De rol van technologie  reikt in onze moderne Westerse samenleving nog veel verder. Naast de positieve aspecten die de technologie in de  toekomst zal blijven spelen zijn er echter ook een aantal schaduwzijden aan  deze ontwikkelingen. De verspreiding  en massale gebruik van computertechnologie heeft gezorgd voor een enorme  machtsconcentratie in de handen van  een aantal mondiale spelers op de technologiemarkt. Als quasi-monopolisten  zijn ze in staat om een enorme data sets te verwerven die allerlei gegevens  van individuele gebruikers te verzamelen en als grondstof door te verkopen  aan derden. De concentratie van zulke  grote verzamelingen data in de handen  van enkele bedrijven is problematisch. 

Naast vragen over de bescherming van  de privacy van individuele gebruikers,  kunnen ook vragen gesteld worden bij  het gebruik of misbruik ervan. Het gebruik van data van Facebook door Cambridge Analytica voor de beïnvloeding  van de presidentsverkiezingen in de  VS geeft aan dat data-concentratie en  het commercieel verhandelen van der gelijke dat een gevaar inhoudt voor de  democratie. Het gebruik van dataverzameling door de Chinese overheid om  de eigen bevolking te surveilleren toont  aan dat de technologische ontwikkelingen kunnen leiden tot een verregaande  disciplinering van individuen. Om de  nefaste gevolgen van IT-technologie te gen te gaan, gaan steeds meer stemmen  op om de IT-technologie en infrastructuur collectief te ontwikkelen. De idee  van digitale commons (open internet,  internetplatformen en open-source soft ware) moet een democratisch alternatief  bieden.